Naaipatronen zijn je ‘bread and butter’ wanneer je zelf kledingstukken wilt gaan maken. In feite zijn het een soort bouwtekeningen, maar dan voor kleding en niet voor een huis of woonwijk. De allereerste stap is dus, voordat je kan gaan iets kan gaan maken, het naaipatroon aanschaffen (of zelf maken, mits je veel ervaring hebt). En voordat je een naaipatroon kan gaan aanschaffen, je raadt het eigenlijk al, moet je weten wat voor een kledingstuk je wilt gaan maken.

Welke naaipatronen bestaan er?

Een betere vraag is eigenlijk wat voor een naaipatronen niet bestaan. Bijna elk kledingstuk is vertegenwoordigd wanneer het op beschikbaarheid van naaipatronen aankomt, wel tegen betaling natuurlijk. Patronen voor babybroekjes, patronen voor jurken, patronen voor blouses; ze zijn allemaal te koop. Verder zijn er ook patronen voor dingen als tassen en andere accessoires in gespecialiseerde webshops en winkels te vinden.

Waar moet ik op letten?

Als je eenmaal naaipatronen hebt gekocht, dan zijn er een paar dingen waar je goed op moet letten. Ten eerste, mits je je naaipatronen wilt hergebruiken, wees er voorzichtig mee. Trek het naaipatroon dan over op patroonpapier, of gebruik carbonpapier en een radeerwieltje: zo blijft het patroon intact en hoef je niet telkens een nieuwe aan te schaffen. Ten tweede, let goed op welke stof je gebruikt. Leer of denim is vrij ruig en stevig terwijl kant heel erg dun is. Hoe je met deze stoffen omgaat in relatie tot het patroonpapier is dus nét anders.

Wat heb ik nodig?

Behalve naaipatronen, heb je enkele dingen nodig. Zo heb je gewichtjes nodig om de naaipatronen over de stof te spannen, een schaar of mesje om de stof uit te snijden, en dus een radeerwieltje, carbonpapier of patroonpapier, mits je patronen wilt hergebruiken.